De ringmus lijkt veel op de huismus maar heeft een roodbruine kop, lichte wangen met donkere wangvlek, klein zwart befje en een witte bijna doorlopende nekrand. De rug en vleugels zijn bruin van kleur met een witte vleugelstreep. Man en vrouw zijn gelijk. De ringmus is een standvogel. Na de broedtijd zwerven ze rond. Een klein deel trekt weg. Ze krijgen in de winter gezelschap van soortgenoten uit Noord- en Oost-Europa. In oktober trekken groepen noordelijke en oostelijke ringmussen door, in maart/april onopvallende voorjaarstrek.
05-08-2017 Meerhoven