Vruchtlichaam éénjarig, dik kussen- tot consolevormig. Hoed 2-12 x 2-8 cm, 2-4 cm dik. Bovenzijde fluwelig-viltig, wittig-crème tot okerbruinachtig, met een stompe rand.
Buisjes 5-10 mm lang, wit. Poriën 1-3 per mm, rond of hoekig tot langgerekt, wit tot crème. Vlees kurkachtig, taai, wit. Geurt naar anijs, gedroogd naar jodium. Op stammen, stobben (boomstronken) en knotbomen (wilg, populier) in wilgengrienden en moerasbosjes. Parasitair.

10-03-2017 Meerhoven