De Amerikaanse eik of Rode eik, (Quercus rubra) is een snelgroeiende boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae). De soort komt oorspronkelijk uit het oosten van Noord-Amerika, maar werd in Europa aangeplant als sierboom. De bladeren verteren slecht, waardoor zich een dikke strooisellaag vormt. Een nadeel van de Amerikaanse eik is dat deze een brede en dichte kroon vormt en daardoor onder bosomstandigheden andere boomsoorten verdringt en geen ondergroei toelaat. Bijkomend zorgt de dikke strooisellaag ervoor dat zaden van andere soorten moeilijker succesvol kunnen kiemen. Daardoor vinden sommige bosbeheerders dat deze exoot niet in de lage landen thuishoort. De Amerikaanse eik kan 35 m hoog worden. De enkelvoudige, grote bladeren zijn veernervig gelobd, kunnen tot 20 cm lang worden en staan verspreid[2]. Ze hebben een wigvormige bladvoet en vier tot vijf spitse, getande lobben. De uiteinden lijken kleine kammetjes. De bladstelen zijn geel en 2-5 cm lang. De bladkleur wordt van bleekgeel tot donkergroen aan de bovenzijde en bleekgrijs aan de onderzijde. In de herfst zijn de bladeren dofrood of roodbruin. In Nederland en België bloeit de boom in mei.
17-03-2020 Langs Beatrixkanaal