Bomen.
Bladen meestal verspreid, geveerd, zonder
steunblaadjes.
Bloemen regelmatig, meestal 1-slachtig,
meestal 2-huizig. Kelk 3-8-delig. Kroonbladen 3-8.
Meeldraden evenveel of dubbel zoveel als kroonbladen,
zelden vele. Vruchtbladen bovenstandig, 4-6, alleen
aan de voet vergroeid, omgeven door een nectarschijf.
Vrucht een groepje gevleugelde splitvruchten of
een bes of steenvrucht.