Tweevleugelig
Sterk gereduceerde antennes
De levensduur van een volwassen vlieg is vaak maar enkele weken of dagen. Het larvenstadium heeft de langste levensduur.
Komen met name voor van april tot oktober.
Talrijke soorten leggen hun eieren op een zeer aspecifieke manier en verzorgen bijna nooit het broed. Andere parasitaire soorten komen uit de baarmoeder van het vrouwtje en worden daar in het eerste larvale stadium gehouden totdat er een geschikte gastheer is gevonden. Dit betekent dat er geen eieren worden gelegd, maar larven.
Vliegen kunnen zelfs op gladde oppervlakken een vaste plek vinden. Hiervoor gebruiken ze, net als spinnen en gekko's, zogenaamde vanderwaalskrachten, d.w.z. aantrekkingskrachten die ontstaan tussen de moleculen aan het oppervlak en die van hun poten. Vliegen versterken dit hechtende effect door een strategie te gebruiken die tot nu toe alleen bij hen is waargenomen: de fijne haartjes, de zogenaamde setae, waarmee hun poten zijn bedekt, eindigen in kleine ovale lobben. Deze scheiden een dun laagje vloeistof af dat zich tussen het gladde oppervlak en de vliegpoot bevindt.
Sommige vliegensoorten brengen een deel van hun levenscyclus door in vlees, uitwerpselen of rottend organisch materiaal. Daar kunnen ze ziekmakende ziektekiemen oppikken en transporteren en doorgeven aan mens en dier.
In de vleugels zitten geen spiertjes, maar wel in het borststuk. Ze zijn met een soort elastiek vast gemaakt en worden bij elke slag terug geveerd. Hierdoor kunnen ze tot 300 slagen per minuut maken. Bij sommige muggen of zweefvliegen gaat dat tot 1000 maal per minuut. Het gezoem en gebrom van de vliegen, komt door het geluid van de vleugels.
Ze kunnen vliegen met een snelheid van 2 meter per seconde.
Op hun poten zitten blaasjes waarmee ze kunnen proeven. Ze proeven eerst of iets lekker is door erop te gaan zitten en eten het op door het weg te zuigen met een gekke slurf.