Oeverzwaluwen zijn kenmerkende vogels van open terreinen met zoet water (bijvoorbeeld rivieren). Het broedgebied moet aan twee belangrijke voorwaarden voldoen: er moet een kale zandige of lemige steilwand zijn (waarin de nestholen uitgegraven kunnen worden) en er moeten flink wat muggen of andere insecten rondvliegen. De winter brengen zij door in Afrika. De bovendelen zijn bruin, maar heeft witte onderdelen met een duidelijke bruine borstband. De onderzijde vleugels is vrij donker en de staart is ondiep gevorkt. Graaft nestgang in zandige steilwand. Overwintering vindt plaats in de Sahel-regio. Van juli tot in oktober trekken ze in (soms zeer grote) groepen naar het zuiden. De eerste oeverzwaluwen verschijnen in maart al in ons land, maar de grootste aantallen keren van eind maart tot in juni terug. Grootste trefkans van april t/m september.
Eindhoven - Meerhoven