Naast de witte texelaar is er ook een blauwe variant. Hij heeft geen horens. De kop heeft fijn wit haar. De bewolling strekt zich uit over de gehele romp tot aan de keel. Ook de staart is bewold, bij ooilammeren wordt deze vaak vlak na de geboorte gecoupeerd door middel van bijvoorbeeld een strak elastiek. Dit wordt gedaan opdat later, als het dier zelf moet lammeren, de staart niet in de weg zit. Bij deze soort is bij het lammeren nogal eens assistentie van de schapenhouder of veearts noodzakelijk. Ooien kunnen een gewicht van 70 à 80 kilogram bereiken bij een schofthoogte van circa 68 centimeter. De rammen bereiken zelfs een gewicht van 90 kilogram en een schofthoogte van 70 centimeter. De wolopbrengst bedraagt ongeveer 4 à 5 kilogram, er wordt één keer per jaar in de voorzomer geschoren. Ze lammeren niet gemakkelijk af. De texelaar is in Nederland het meest voorkomende schapenras. Op het eiland Texel alleen al leven circa 14.000 schapen, ongeveer net zoveel als er mensen op het eiland wonen. In het voorjaar worden daar zo'n 11.000 lammetjes geboren.
14-07-2006 Texel