Geweizwammen groeien in groepjes bijeen op dood hout van loofbomen. De zwam koloniseert vooral vochtig hout; hij kan dit doen via de lucht, met zijn sporen, of vanuit de bodem, met zijn mycelium. Gekoloniseerd hout wordt aan de buitenkant zwart van kleur. Vruchtlichamen van de geweizwam zien er uit als rechtopstaande, langgerekte zwarte takjes met een witte top. Het witte of grijsachtige poeder dat die top bedekt, bestaat uit ongeslachtelijke sporen (conidiën). Rijpe vruchtlichamen zijn helemaal zwart en voorzien van kuiltjes die er uitzien als puistjes of "meeëters". In deze kuiltjes (peritheciën) worden de geslachtelijke sporen gevormd. De genusnaam Xylaria betekent "groeiend op hout" (xylon is het Griekse woord voor "hout"). De soortnaam hypoxylon is afgeleid van het voorzetsel hypo dat "onder" betekent, en xylon. De geweizwam is dus een paddenstoel die "onder hout op hout" groeit, dat wil zeggen: een opruimer van dood hout op donkere, sterk beschaduwde plaatsen. De Nederlandse naam "geweizwam" heeft betrekking op de vorm van de vruchtlichamen, die lijken op het gewei van een hert. Geweizwammetjes zijn vanwege hun taaiheid voor mensen oneetbaar.

04-11-2021 Kampina

08-11-2020 Langs Golfbaan Welschap