De grasmus is geen opvallende vogel, maar de zang en de zangvlucht wel. Grasmussen zijn pioniervogels van de allereerste bosstadia, met opslag van struweel, in allerlei landschappen. Soms ook in pure ruigte met alleen hoge kruiden te vinden. Ondanks zijn naam is de grasmus niet nauw verwant aan de huismus. De 'familie' van de grasmussen is vooral een in het zuiden van Europa en in Afrika voorkomende groep vogels. Hiervan heeft de grasmus veruit het grootste verspreidingsgebied. Net als de braamsluiper heeft de grasmus een opvallende witte keel, maar wel een iets lichter grijze kopkap. Het grootste verschil met de braamsluiper is de roestoranje kleur van de vleugel. De rug is ook bruin, met iets meer oranje tint. De poten zijn oranje (grijs bij de braamsluiper), en het mannetje heeft een opvallende roze borst en een grijze kopkap. Lange-afstandstrekker. Alle vogels brengen de winter door ten zuiden van de Sahara. Ze trekken vaak 's nachts, en van een klein percentage dat 's ochtends nog doortrekt zien we ze gericht van struik naar struik vliegen. Trek in augustus-september. Keert van half april tot half mei terug. Grootste trefkans in mei en juni.

22-06-2022 Malpie

02-05-2024 Ingendael (Gerlach, Limburg)

05-08-2018 Groote Peel

10-05-2018 Langs Beatrixkanaal, vrouwtje

Malpie