Patrijzen zijn standvogels van open agrarisch gebied, heidevelden en hoogvenen. Oorspronkelijk waren het steppebewoners, maar de soort heeft zich erg goed aangepast aan het leven in kleinschalig agrarisch landschap. In Nederland komt de patrijs verspreid voor. Akkerland is het meest in trek, vooral als dit wordt afgewisseld met ruige dijken, slootranden, wegbermen en houtwallen. Patrijzen eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel, maar de jongen leven de eerste weken louter van insecten en ander klein gedierte. Goed gecamoufleerd met een bruin en grijs gestreept kleed, kastanjebruine strepen op de flanken en een grijze borst. Keel en gezicht zijn oranjebruin en op de buik zit een grote donkerbruine vlek. Tijdens de vlucht valt de roodachtige staart op. Juveniele vogels zijn geheel bruin gestreept.
25-04-2021 Meierijsebaan - Oirschot