A

Auto HDR

Automatische High Dynamic Range

zie DRO

Maakt 3 beelden met verschillende belichting en plaatst dan het heldere gebied van het onderbelichte beeld en het donkere gebied van het overbelichte beeld op elkaar om een beeld met veel gradatie te verkrijgen. De details in de lichtgebieden zijn in Auto HDR vaak beter dan in D-Range Optimise, met minder ruis. Omdat de sluiter echter 3 keer wordt ontspannen, wordt het gebruik van deze functie voor bewegende onderwerpen niet aanbevolen. Wanneer u bewegende onderwerpen vastlegt in een omgeving met veel verschil in helderheid, kan het lijken alsof de vastgelegde afbeelding meerdere keren is belicht.

Av-stand

(Diafragmavoorkeuze)

Bij de Av-stand, ook wel diafragmavoorkeuze genoemd, stel jij de diafragmawaarde in. De camera kiest de bijpassende sluitertijd om de belichting kloppend te maken. Je hebt dus alleen indirect invloed op de belichtingstijd. De diafragmawaarde bepaalt niet alleen de hoeveelheid licht die door de lens stroomt, maar ook de scherptediepte. Dit is het gebied van voor tot achter het punt waarop je scherpstelt dat scherp op de foto komt. Bij een grote lensopening krijg je minder scherptediepte dan bij een kleine lensopening. Belangrijk om te onthouden, want zo bepaal je in grote mate welk deel van een onderwerp en zijn omgeving scherp op de foto komt.
Hoe kleiner de lensopening, hoe minder licht er wordt doorgelaten. Als er veel licht is, is het natuurlijk een stuk makkelijker om kleine lensopeningen te gebruiken dan bij weinig licht. Bovendien blijven de sluitertijden kort genoeg, zodat je minder kans loopt op onscherpe foto's door beweging van het onderwerp of cameratrillingen. Bij weinig licht ben je misschien geneigd om meteen naar de grootste lensopening te grijpen, maar houd er dan wel rekening mee dat er zo maar weinig scherptediepte overblijft.
Bij nachtopnamen, waarbij de belichtingstijd al gauw vele seconden bedraagt, heb je sowieso een statief nodig. Kies daarom gerust voor een diafragmawaarde van F 11 of hoger. Als bijeffect veranderen felle lichtbronnen (zoals lantaarnpalen) dan in sterretjes.

D

DRO

Dynamic Range Optimise (Dynamische bereikoptimalisatie)

zie Auto HDR

Analyseert het contrast en produceert een afbeelding met optimale helderheid en gradatie. U kunt deze functie ook gebruiken terwijl het onderwerp beweegt of tijdens continue opname. Tijdens fotograferen met D-Range Optimise kan er ruis in het beeld voorkomen.

H

HDR 1.0EV

zie Auto HDR

De bellichtingswaarde wordt uitgedrukt in EV en de eenheid van deze EV noemen we een stop. EV staat voor Exposure Value en betekent letterlijk blootstellingswaarde. Deze waarde wordt berekend aan de hand van 3 componenten die de belichting bepalen, namelijk:

  • diafragma (het f-getal)
  • sluitertijd
  • ISO (de lichtgevoeligheid van de sensor)

EV 0 bij ISO 100, heeft een sluitertijd van 1 seconde bij diafragma f/1.0. Je kunt als leidraad aanhouden, dat een gemiddeld interieur 5-7 EV zal hebben,  een bewolkte dag EV 10-12 en volle zon EV 15-16.

Klik hier om een tekst te typen.

T

Tv-stand

(Sluitertijdvoorkeuze)

Bij de Tv-stand, ook bekend als sluitertijdvoorkeuze, kies je zoals de naam al aangeeft zelf de sluitertijd. De camera zorgt voor de bijpassende diafragmawaarde. Deze stand heeft de voorkeur als je wilt bepalen hoe een bewegend onderwerp op de foto komt. Bij een korte sluitertijd, zoals 1/1000e seconde of nog korter, worden bewegingen 'bevroren'. Handig bij actiefoto's, maar ook om elke druppel van een waterval vlijmscherp op de plaat te krijgen.
Een korte tijd betekent dat de sluiter maar heel eventjes openstaat. Dus tenzij er enorm veel licht is, kiest de camera een grote lensopening en zal de scherptediepte beperkt zijn. Kies je juist voor een langere sluitertijd, dan komen de kleine lensopeningen eerder binnen bereik en neemt de scherptediepte weer toe.
Uit de hand fotograferen wordt wel lastiger zodra je met 1/60e seconde of langere tijden werkt. Hoe langer de lens, des te eerder je last van trillingsonscherpte zult hebben. Beeldstabilisatie helpt dan, een statief nog meer. Ook moet je erg oppassen met snelbewegende onderwerpen. Voor je het weet zijn ze onscherp, omdat ze in de tijd dat de sluiter openstaat door het beeld bewegen. Bij een waterval, beek of de branding kan zulke beweging overigens heel mooi uitpakken. Water verandert dan in een zacht, zijdeachtig waas. Schitterend!
Bij onderwerpen zoals rijdende auto's en hardlopers beweeg je bij voorkeur met je onderwerp mee. Dan zal de achtergrond vervagen terwijl het onderwerp voldoende scherp blijft. De optimale sluitertijd hangt altijd af van de snelheid van je onderwerp en van je eigen reactievermogen. Het loont om veel te experimenteren!