Vanwaar de naam?
De naam jan-van-gent werd al gebruikt door de zeventiende-eeuwse walvisvaarders.[10] Het woord 'gent' betekent een mannetjesgans.[11] Hoe "jan van" ervoor gekomen is, blijft onzeker. Het heeft met de stad Gent of met de naam van de persoon Jan van Gent niets te maken.
Beschrijving
Het is een grote, gestroomlijnde vogel met lange, smalle vleugels. De volwassenen zijn door formaat, kleur en tekening goed te herkennen. Jonge vogels kunnen op het eerste gezicht op een grote pijlstormvogel lijken, maar zijn te herkennen aan een lange, spitse kop en snavel, spitse staart en karakteristieke bewegingen. Het verenkleed van de volwassen vogel wordt pas in het vierde tot zesde jaar verkregen. De okergele kop is buiten het broedseizoen bleker. Volwassen dieren zijn circa 89-102 centimeter groot[13] en 2,5 tot 3 kilogram zwaar, en kunnen als ze hun vleugel volledig uitstrekken 170-180 cm breed zijn. Het lichaam is wit, de staart puntig en ze hebben zwarte vleugelpunten. De kop is gelig met een blauwe oogring. Ze duiken op spectaculaire wijze naar vis en kunnen dat met een snelheid van 100 km/uur als ze zich laten vallen.
Leefomgeving
Jan-van-genten broeden in de zomer op klippen op rotsige eilanden langs de oostkust van Canada, maar vooral rond de Britse Eilanden en verder bij Bretagne (Frankrijk), IJsland en Noorwegen en sinds 1991 ook op Helgoland. De grootste kolonie jan-van-genten is te vinden op Bass Rock in Schotland. De dieren overwinteren op zee.
Het voorkomen van jan-van-genten langs de Nederlandse kust hangt sterk af van de beschikbaarheid van vissoorten in de kustwateren en de heersende windrichting en is daarom niet altijd voorspelbaar. Uit tellingen verricht in de periode 1972–1993 blijkt dat de meeste jan-van-genten in de maand oktober worden waargenomen.
Website(s) met meer info
26-09-2023 Nieuw Haamstede - Schouwen-Duiveland (Zeeland)