Kenmerken

Mannetje:

  • in het voorjaar een kastanjebruine rug en borstband,
  • een gelige buik en
  • een bruin-olijfkleurige stuit
  • kop en borst zijn grijsgroen 
  • een zwarte keel
  • een gelige wenkbrauwstreep
  • een gelige streep die onder het oog langs, van de snavelbasis tot aan de nek loopt
  • in het najaar is het mannetje iets grauwer.

Vrouwtje

  • de buik minder geelachtig
  • een vaag strepenpatroon
  • op de bovenzijde is de kastanjebruine kleur minder opvallend
  • mist de zwarte keel en grijsgekleurde kop.
  • heeft net als het mannetje een gele wenkbrauwstreep en streep onder het oog, maar deze is minder contrastrijk 
  • ook de keel is geelachtig
  • Het mannetje is vrij gemakkelijk te onderscheiden van de gelijkende geelgors (Emberiza citrinella) aan de hand van de zwarte keel
  • Het vrouwtje gelijkt echter zeer veel op een vrouwelijke geelgors. Het geelgorsvrouwtje is echter te herkennen aan de kastanjebruine stuit en de warmer gele onderdelen. 

Waar komt ie voor?

Ze komen vooral voor in Zuid-Europa, maar ook in het zuiden van Engeland, het noorden van Frankrijk en het zuidwesten van Duitsland.[3] Broedde voorheen ook in België en is daar nu, evenals in Nederland een zeer zeldzame soort.[4]

Weetjes

  • Het is een soort die voorkomt in akkers, bosschages, bosranden en fruitboomgaarden.
  • De zang van de cirlgors bestaat uit één geluid dat tussen de 10 en 20 keer wordt herhaald en klinkt als een monotoon tsii-tsii-tsii...[17]

Website(s) met meer info

28-05-2024 - Italië - Piëmonte - Serole