Mannetjes hebben een huismus-achtig kleed met een zwarte kop en keel, een witte halsband en een dunne witte baardstreep. In het najaar en de winter verdwijnt het zwart voor het grootste deel. Dan hebben ze net als vrouwtjes en jonge vogels een bruinachtige kop met een dunne lichte streep langs de wangen en aangrenzend een donkere, driehoekige streep. Daarnaast hebben vrouwtjes nog een lichte streep achter het oog en diffuse streping op de borst. Bovensnavel licht gebogen, i.t.t. andere soorten gorzen. Wit op buitenste staartpennen valt op bij wegvliegen. "Knipt" vaak met staart. Rietgorzen die in Nederland broeden zijn deeltrekker; een deel van de populatie trekt in het najaar (eind september - half november) weg om in het voorjaar (eind februari - half april) weer terug te komen. In het voorjaar is de trek eigenlijk grotendeels te merken aan de kust. Trefkans is het grootst in april, mei en juni.
Belversven, Kampina, Oisterwijk
07-04-2018 Biest-Houtakkers (bij Moergestel)