Schijnboktorren (Oedemeridae) zijn een relatief kleine familie van kevers met een kosmopolitische verspreiding. Er zijn zo'n 1500 bekende soorten schijnboktorren, verdeeld in ongeveer 100 geslachten.[1] De Nederlandse naam danken de kevers aan de overeenkomsten van veel vertegenwoordigers van de boktorrenfamilie, zowel qua uiterlijk als levenswijze. Verder kenmerken schijnboktorren zich door het gebruik van een giftige afweerstof ter verdediging. Volwassen schijnboktorren hebben een slank lichaam met relatief zachte dekplaten. De lichaamslengte varieert van vijf tot twaalf millimeter. Veel soorten hebben een blauwe, groene, gouden of koperkleurige metaalglans, vaak gecombineerd met gele, oranje of rode waarschuwingskleuren. Schijnboktorren hebben lange, draadvormige antennes en relatief grote mandibels. Het voorste borststuksegment is smaller dan de dekschilden. Het is het breedst aan de kopzijde en heeft geen zijranden. De voorste en middelste poten hebben elk vijf segmenten, de achterste poten vier. Elk voorlaatst pootsegment is hartvormig. Sommige schijnboktorren vertonen uiterlijke overeenkomsten met slanke boktorsoorten, zoals de muskusboktor (Aromia moschata), maar kunnen worden herkend aan de draadvormige antennes.