Kenmerken

  • 62 tot 69 cm lang en heeft een 
  • spanwijdte van 1,62 tot 1,78 m. 
  • meestal zwart, maar kan ook een licht, relatief grote, uilachtige kop
  • grote gele ogen
  • In alle kleden een zeer lichte onderzijde, 
  • De vleugels zijn lang en breed, zonder polsvlekken op de ondervleugels.
  • In glijvlucht wordt de pols op een kenmerkende wijze gehoekt naar voren gehouden.
  • De staart is vrij lang, scherp gehoekt en recht afgesneden, gebandeerd met een aantal smalle donkere dwarsbanden en een donkere eindband.
  • zo'n 1,5x groter dan een Buizerd

Komt deze in Nederland voor?

Tot medio jaren 90 was deze soort in Nederland een zeldzame dwaalgast, met slechts zeven gevallen tot 1993, maar vanaf 1996 gebeurt het regelmatig dat in reptielenrijke gebieden slangenarenden overzomeren; soms één, maar soms ook twee exemplaren. Vaak gaat het daarbij om onvolwassen vogels. Nationaal Park de Hoge Veluwe, en het Fochteloërveen zijn gebieden waarin 's zomers regelmatig de slangenarend kan worden waargenomen. 

Hij broedt hier nog niet.

Weetjes

  • Broedt in april - mei. Heeft 1 legsel met 1 ei. Broedduur 45-47 dagen. 
  • Nest wordt gebouwd in een lage boom, bij voorkeur bovenop. Gemaakt van takken en twijgjes en bekleed met blaadjes, gras en dennennaalden. 
  • Bij voorkeur in halfopen bossen en heidegebieden in Nederland, maar grotendeels afhankelijk van beperkt aantal soorten reptielen.
  • Voedt zich liefst met slangen (70% van het voedsel) en hagedissen; ook kevers en af en toe enkele zoogdieren, amfibieën of vogels.
  • Trekt vanaf augustus - september voor de winter naar Afrika, van Mauritanië en Senegal tot Ethiopië. Met name in het voorjaar (mei) schieten enkele (onvolwassen) vogels door naar Nederland. Deze kunnen de hele zomer blijven hangen in geschikt foerageergebied.

Website(s) met meer info

31-05-2024 Italië - Piëmonte - Serole