Bomen, zelden struiken, eenhuizig.
Bladen verspreid, enkelvoudig, met afvallende steunblaadjes.
Mannelijke bloemen in lange of kluwenvormige, katjesachtige bloeiwijzen, met 5-8-delig, weinig ontwikkeld bloemdek en 6-12 meeldraden. Vrouwelijke bloemen 1-3(-5) bijeen in een bekervormig, later leerachtig of houtig wordend omhulsel (napje). Vruchtbeginsel onderstandig, 3-6 hokkig. Stijlen 3-6 of 1 stijl met 3 stempels.
Vrucht een nootje.