Wat is een kwal?

Kwallen of zeekwallen is een verzamelnaam voor een groep in zee levende, vrijzwemmende neteldieren (Cnidaria). 

Waar komt de naam kwal vandaan?

Het woord 'kwal' werd al in 1619 in Nederlandstalige documenten genoemd, destijds met de schrijfwijze qualle, en had als betekenis 'nat, slijmerig of bol wezen'.[3] De term wordt tegenwoordig meestal gebruikt om te verwijzen naar het medusestadium (kwalstadium) van bepaalde neteldieren. De naam 'kwal' is echter een informele verzamelnaam waar verschillende (niet-verwante) dieren toe behoren. De naam verwijst naast de schijfkwallen of 'echte kwallen' ook naar dieren uit de verwante klassen hydroïdpoliepen (Hydrozoa), kubuskwallen (Cubozoa) en gesteelde kwallen (Stauromedusae), en uit het niet-verwante fylum ribkwallen (Ctenophora).

Kenmerken

Het belangrijkste kenmerk van een kwal is de parapluvormige zwemklok. Dit is een zachte structuur bestaande uit een transparante, geleiachtige substantie die het mesoglea wordt genoemd. Het mesoglea fungeert als een hydrostatisch skelet; het biedt stevigheid en bewegingsmogelijkheden.[4] Ongeveer 95% van de mesogloea bestaat uit water, de rest is collageen, vezeleiwitten en rondzwervende amoebocyten die celresten en bacteriën kunnen opruimen. Aan de rand van de zwemklok hangen tentakels, alsmede een aantal rudimentaire zintuigorgaantjes, de rhopaliën.[5]

De mondopening van een kwal bevindt zich aan de onderzijde van de zwemklok. De mondopening is onderdeel van een steelachtige structuur die vanuit het midden naar beneden hangt, het manubrium. Rond de mondopening zijn ook tentakels aanwezig. De mond geeft toegang tot de gastrovasculaire holte, de lichaamsholte waar vertering plaatsvindt en voedingsstoffen worden opgenomen. Rond het manubrium, aan de binnenzijde van de zwemklok, bevinden zich vier gonaden. Deze maken de geslachtscellen.[5]

Kubuskwallen, een aparte groep neteldieren, hebben een vergelijkbare anatomie. Zij kenmerken zich door hun vierkante, kubusvormige zwemklok met aan elke hoek een of meer slanke tentakels.[6] De rand van de zwemklok is naar binnen gevouwen waardoor een efficiënte straalaandrijving mogelijk is; deze kwallen kunnen sneller zwemmen dan schijfkwallen.[5] Hydroïdpoliepen hebben ook een kwalstadium in hun levenscyclus, meestal met slechts vier tentakels aan de rand van de zwemklok. Veel hydroïdpoliepen zijn echter koloniaal en hebben geen opvallende meduse.

Website(s) met meer info