Het elfenbankje is een veel voorkomende saprofyt en wondparasiet van allerlei loofbomen (beuken, eiken, berken, populieren, wilgen, hazelaars en kersen). In zeldzame gevallen kan de paddenstoel bovendien verschijnen op sparren. Het mycelium koloniseert vooral dode stobben, maar kan ook levende bomen infecteren wanneer hun bast na een aanrijding is beschadigd, of er een dikke tak is afgezaagd. Bovendien kan de paddenstoel opgeslagen hout en houten voorwerpen in tuinen en parken aantasten. Het uiterlijk van elfenbankjes is bijzonder variabel. De hoeden zijn halfrond tot waaiervormig, en 5 tot 8 centimeter breed. Ze verschijnen vaak in groot aantal, naast en dakpansgewijs boven elkaar en worden ieder jaar opnieuw gevormd. Het hoedvlees is dun, leerachtig en taai van structuur. Het hoedoppervlak is deels bedekt met fluweelzachte haren. Het heeft een zijdeachtige glans en is voorzien van zones met verschillende kleuren (van zwart via allerlei tinten bruin tot oker of oranjegeel, terwijl olijfgroene, roodachtige en blauwe tinten ook kunnen voorkomen). De hoedrand is golvend, enigszins ingekerfd en scherp. De onderzijde van de paddenstoel is licht van kleur (witachtig) en voorzien van kleine poriën (3 tot 5 per mm). 

31-12-2020 Langs Beatrixkanaal

27-10-2017 Langs Beatrixkanaal