Plevieren zijn kleine tot middelgrote vogels (15-38 cm) met een korte, vrij dikke nek, compact gebouwd met een doorgaans rechte, korte of middellange snavel.
Ze leven in schaars begroeide gebieden, vaak bij water, waar ze op ongewervelden jagen. Plantaardig materiaal wordt soms ook gegeten.
Plevieren zijn kosmopoliet en komen buiten het broedseizoen vaak in enorme troepen voor.
Veel soorten hebben witte band in de nek en een donkere borstband. Het zijn allemaal enigszins gedrongen vogels met een korte nek maar met lange, meestal puntige vleugels. Kieviten hebben meestal afgeronde vleugels. De snavel is meestal kort en recht (behalve bij de scheefsnavelplevier, Anarhynchus frontalis) en de staart is ook meestal vrij kort.
Er is weinig seksuele dimorfie dat wil zeggen weinig verschil in verenkleed tussen het mannetje en het vrouwtje.
Kieviten en plevieren zijn vogels van open landschappen in de buurt van water.
Alle soorten die behoren tot de familie van de plevieren bouwen een eenvoudig nest op de grond. Het nest bestaat uit niet meer dan een klein kuiltje in het gras of in het zand, afgezet met hoogstens wat schelpjes of sprietjes gras.