NIET ALLEEN VER WEG IS ALLES MOOI
Eigenlijk heb ik veel aan haar te danken, zonder dat ze iets tegen me zegt. Ze geeft me namelijk verscheidene momenten in de week de rust en de mogelijkheid om letterlijk bij dingen stil te staan en bewust te worden van de dingen om me heen die me steeds meer fascineren. We wandelen dan samen en zonder veel woorden begrijpt ze mijn lichaamstaal welke route we nemen. Vaak lopen we naast elkaar, maar ook regelmatig niet. Zij is meer gericht op smaak en geur, ik meer op uiterlijk en details.
Ook al wonen we langs een drukke weg, in de buurt van een snelweg en een vliegveld, we hebben het geluk binnen tien minuten lopen in een andere sfeer te kunnen zijn. De sfeer van kano’s en pleziervaartuigen, golfers, joggers, recreatiefietsers, skeelers en boomhut-makende-jongens. De sfeer van hoog gras en de daarbij behorende margrieten en kruipende boterbloemen, de bloeiende eenstijlige meidoorn en wilde appel, stukje paarse heide in juli/augustus en de ijverige amateurtuinders van de volkstuinen. De sfeer van het geluid van een Tjiftjaf, een Winterkoninkje, een Roodborstje, maar ook van roepende Eksters en krijsende Kauwen.
Nu lijkt het alsof ik een ervaren natuurgids ben, maar dat is helemaal niet zo. Ook al ben ik al langer bewust van de ‘gewone’, mooie natuur om me heen, ben ik pas sinds vorig jaar winter begonnen met het nazoeken en vastleggen van details hiervan. Bijvoorbeeld door eens op te zoeken wat ik nu eigenlijk gefotografeerd heb, of wat ik aan vogelgeluiden hoor. Ik dacht regelmatig ‘wat ik weet ik toch weinig over de dingen waar ik vaak langs loop’.
Mijn vrouw, Marianne, en ik zijn geen wereldreizigers; in ieder geval niet letterlijk, wel door middel van lezen want dat wordt wel ‘reizen en ontdekken vanaf de zitbank’ genoemd. Wij zijn verliefd op Zuid-Limburg, gaan graag een paar dagen naar Burgh-Haamstede in Zeeland, maar hebben ook transportfietsen aangeschaft zodat we het Brabantse land kunnen herontdekken. Met z’n drieën gaan we er dan op uit. Ja, het kistje voorop mijn fiets is speciaal gereserveerd voor degene die er met letters op staat vermeld: ‘Beagle’, de in de inleiding genoemde ‘ze’. Het rondje Veldhoven-Zand Oerle-Knegsel-Vessem-Veldhoven van zo’n achtentwintig kilometer smaakte net zo goed als de koffie met gebak bij Dinee Café de Kempen langs de hoofdweg te Knegsel.
Bewust zijn van je omgeving vinden wij een groot goed en genieten daarom beginnend bij onze tuin: van de libellen, bloemen van de Gele plomp en vlinders bij onze vijver. Toen we vier jaar geleden hier kwamen wonen wilden we de vijver wegdoen…we hadden er niets mee. En nu zijn we er juist blij mee! We zijn ook nog steeds blij met onze ouderwets ogende schuur, begroeid met de Wingerd van de buren. Of van de uitstraling van de voorkant van ons gehuurde rijtjeshuis, die zo uit een roman uit het Engelse Cornwall zou kunnen komen, met de paarse Wisteria, groen-witte luifeltjes, witte rozen en klinkerpad.
Maar ook genieten we van de bomen en vogels in de genoemde nabije omgeving. En leve het internet! Bijna alles is te vinden om je nieuwsgierigheid te bedwingen. Zo had ik alleen nog van de Tjiftjaf gehoord door middel van een Suske-en-Wiske-boek van toch al weer heel wat jaren geleden (nummer 117, uit 1971). Maar het is een zeer herkenbaar geluid en hij maakt elk jaar de reis naar Nederland vanuit het Middellandse Zeegebied. Ook kwam ik er achter dat het harde klikgeluid door een van de kleinste vogels wordt gemaakt: het Winterkoninkje. Ook ontdekte ik wat met de eenstijlige meidoorn wordt bedoeld: er is ook een tweestijlige (die zelfs 3 stijlen kan hebben). Met de stijl wordt bedoeld het gedeelte van de stamper tussen het vruchtbeginsel en de stempel…ja, dat bedoel ik nou…wat weet je weinig over iets heel ‘gewoons’. Wat trouwens mooi is, is dat je al aan het blad kan zien welke meidoorn je voor je hebt; de stijlen zijn met het blote oog bijna niet te onderscheiden en zeker niet als hij is uitgebloeid …:).
Wat ik toch wel geruststellend vond was te vernemen waarom het helemaal geen schande is om niet precies te weten wat voor boom of vogel je passeert. Bij het onderwerp bomen geldt: er zijn inheemse, buitenlandse, gecultiveerde, geïntroduceerde en ingeburgerde soorten, de Olm is een oude benaming voor een Iep, een Buxus is ook een boom, de Spaanse aak is een soort Esdoorn, de Pruim is een gecultiveerde soort kers, Lork is een andere naam voor Lariks, zoals Morus een andere naam is voor Moerbei, de Gelderse roos is een Sneeuwbal, Taxus is een Venijnboom, de Gewone zilverspar is hartstikke groen, de bessen van de Rode kornoelje zijn donkerpaars, bijna zwart, de vrucht van sparren worden denappels genoemd, de Zwarte els lijkt wel erg veel op de Grauwe els en heb je ooit van de namen Hemelboom, Sporkehout, Okkernoot, Robinia en Kardinaalsmuts gehoord...voor bomen? En dan hebben we het nog niet over al die makkelijk uit te spreken Latijnse namen!
Voor het onderwerp vogels blijkt een zelfde conclusie: de moeilijkheid wordt vergroot daar als de ene vogel fluit de ander zich daarvan niets aantrekt, dat niet alle fluiters in de tuin Tuinfluiters zijn, dat een Boomklever niet hetzelfde is als een Boomkruiper, dat een Buidelmees geen buidel heeft en geen mees is, dat niet elke duif rond het huis een Huisduif is en dat de Heggenmus geen mus is. Je hebt de Gele kwikstaart en de Grote gele kwikstaart, je hebt de Kleine bonte specht, de Grote bonte specht en zelfs de Middelste bonte specht, de Merel is een Lijster, net zoals het Roodborstje, de Zilvermeeuw is wit met grijs, de Kokmeeuw is wit met grijs en de Stormmeeuw is ..ook wit met grijs, de Buizerd is een Sperwer, een Sijs is een Vink, de Goudvink heeft een oranje borst, de Groenvink wordt ook wel Groenling genoemd, de Nachtegaal is een Vliegenvanger, het Winterkoninkje kan niet zo goed tegen de winter, je hebt de Huisduif, Huismus en de Huiszwaluw en ook hier hebben we het nog niet gehad over de Latijnse benamingen! En…het was ook al een grote ontdekking dat een vogel zowel 'roept' als 'zingt' én dat die twee geluiden helemaal niet op elkaar lijken. Zo is het aantal dat je moet herkennen wel even verdubbeld!
Genoeg om te ontdekken in Brabant zou ik zeggen. Maar het hoeft gelukkig niet allemaal in één keer en er hoeft geen examen voor worden afgelegd. Maar als we bewuster worden van onze omgeving én ons niet zo laten opdraaien dat we persé naar het buitenland moeten, dan kan de binnenstad van Den Bosch of Breda, of Zaltbommel, Willemstad, Oirschot en Oisterwijk ook bekoren. Wij vinden het de moeite waard om deze steden meer dan eens in ons leven te bezoeken. Het is net als sommige dingen die je eet…het is helemaal geen straf om regelmatig je lievelingskostje voorgeschoteld te krijgen, toch? Doe eens een stadswandeling in bijvoorbeeld de eerste twee genoemde steden, koop een leuk tijdschrift en pik een terrasje: een succesformule voor een leuk dagje uit. Je mag natuurlijk ook kiezen voor een reisje naar de Big Apple, de Big Five bekijken in Zuid-Afrika, Thais proeven bij een lokaal tentje, nat worden bij Niagara Falls, survivallen in de Ardennen, de fjorden vanaf een cruiseboot bekijken. Ook allemaal mooi en interessant en we kijken graag naar de foto’s en luisteren aandachtig naar de verhalen, maar kijk en luister alsjeblieft ook naar degene en datgene dichtbij je. Kom op Bo! Het is weer tijd voor onze ronde…
(Gepubliceerd in de Brabeau van 28 mei 2015)