Er zijn 2 groepen libellen: de echte libellen en de waterjuffers. Juffers zijn kleiner en slanker dan libellen, en de vleugels zijn gelijk van vorm. De echte libellen hebben voorvleugels die iets kleiner zijn dan de achtervleugels. Echte libellen houden hun vleugels in rust wijd gespreid als ze zitten, of soms zelfs naar voren. Juffers houden de vleugels schuin omhoog bij elkaar of een beetje gespreid. Verder hebben juffers ogen die eruit zien als speldenknoppen die aan de zijkant van de kop zitten, en bij echte libellen raken de grote, bolle ogen elkaar boven op de kop.
Een libellenleven
Een libel is een insect en de meeste insecten leggen eitjes. Maar libellen zijn wel bijzonder: ze leggen hun eitjes bij of in het water, zodat de jongen, als ze uitkomen, gelijk kunnen gaan zwemmen en op de bodem of tussen de waterplanten rondscharrelen.
De paring verloopt bij libellen niet zachtzinnig. Vrouwtjes die zich in de buurt van het water wagen, worden direct door een mannetje gegrepen voor de paring. Dit doet hij door met zijn achterlijfsaanhangselen het vrouwtje beet te pakken bij het halsschild (juffers) of achter de kop (libellen). In de volgende fase van de paring ontstaat het kenmerkende, hartvormige paringsrad (ook wel copula genoemd): het vrouwtje brengt haar achterlijfspunt naar de onderkant van het achterlijf van het mannetje, vlak achter het borststuk. Hier bevindt zich namelijk het secundaire geslachtorgaan van het mannetje, waar een spermapakketje ligt opgeslagen.