ondervleugels zijn tweekleurig: donker met een lichtgrijze voorkant
kleur van poten en snavel zijn oranjeroze
de snavel is stevig en wordt wel eens vergeleken met een winterpeen
Weetjes
de grootste van alle bruingrijze ganzensoorten
kleur van snavel en poten zijn kenmerkend
leven in allerlei gebieden, maar altijd in de nabijheid van water en open gebieden
leggen eieren van eind februari tot in mei, met een piek in maart
hebben één broedsel per jaar, bestaande uit meestal 4-9 eieren
broeden graag in de nabijheid van soortgenoten in een losse kolonie
een vegetarisch menu van gras, plantenwortels, zaden en jonge scheuten (van onder meer riet). In de winter ook op akkers aangevuld met oogstresten van mais, aardappelen en granen
was in de jaren '80 een zeer zeldzame broedvogel, die ooit zelfs werd uitgezet om te voorkomen dat de soort uit Nederland zou verdwijnen