Thuis wat informatie opgezocht. Het blijkt een vrouwtje (zeug) te zijn daar het geen houwers (slagtanden) heeft als een keiler (mannetje). En terwijl ik dacht dat ze ons zag, was dit hoogstwaarschijnlijk niet zo: ze zien slecht, maar ruiken des te beter. Ze hebben ook wel grote neusgaten! Aan het einde van die neus zit een wroetschijf waarmee ze eetbare knollen of insecten in de grond proberen te vinden en de omgewoelde grond verraadt dan meteen hun aanwezigheid. 

Vrijdag 29 mei 2020. Iets over 06.30u. Weer Leenderbos (Valkenswaard). Gewapend met de gehuurde Nikon P1000 camera. Ik was al even in het bos en liep intussen langs een voormalige visvijver. Ik hoorde water lopen. Het bleek water uit de vijver die door middel van een buis werd geloosd in een sloot, zo'n 2 meter rechtsonder ons (Bo was weer mee). Hoor daar ook geritsel. Omdraaien en camera in de aanslag, 2 foto's maken van iets... terwijl ik nog niet wist van wat. Ik kijk op en zoek naar de recordknop. Druk erop en probeer iets dat vluchtte te volgen. 5 seconden en het was al verdwenen in het hoge gras. Maar het was duidelijk een zwijn! En toen ik op de weergave keek van de camera zag ik 2 ogen van een zwijnenjong.

Thuis zagen we pas 2 paar oren op de foto's: 2 biggen dus! Biggen of frislingen worden in maart/april geboren en hebben tot 6 maanden zo'n geel gestreept pak, ook wel pyjama genoemd. Dus deze frislingen waren slechts 2 of 3 maanden oud. 10 procent haalt echter maar het 3de levensjaar, daar de meeste frislingen sterven door onderkoeling. Haal je het 3de jaar wel dan haal je hoogstwaarschijnlijk ook het 8ste of misschien wel het 10de jaar.

In Brabant is het beleid (2018): wel jagen, maar niet streven naar een absolute nulstand. Ik leg dat uit als 'als zwijn mag je er zijn, maar de jager ook'. Dus ik snap wel waarom ze zo schuchter zijn. Dat troost me een beetje omdat ik ze maar weinig met de camera kan 'schieten'.